Aan de Akerstraat staat bij de Algemene begraafplaats een gedenksteen met de namen van
een zestigtal joden die in Heerlen woonden en die op gruwelijke wijze omgebracht werden in
Duitse concentratiekampen.
Naast de Algemene begraafplaats ligt een klein joods kerkhof.
Meer zichtbare herinneringen aan joods leven in Heerlen zijn er niet. Dat er dicht bij het
station achter een winkel een synagoge ligt en iets lager een kleine joodse begraafplaats
weten niet veel mensen en is ook nergens uit af te leiden.
Wij willen bij de huizen waar joodse slachtoffers van de naziterreur woonden zogenaamde
Stolpersteine en bij in de geschiedenis van het Heerlense jodendom belangrijke plaatsen
plaquettes plaatsen.
Om te weten waar die huizen en plaatsen zijn is historisch onderzoek nodig. Dat is ook nodig
om een beeld te geven van de wijze waarop in Heerlen joden leefden en behandeld werden
door hun omgeving.
Veel is nog onduidelijk. Er ligt nog veel informatie opgesloten in archieven en andere
schriftelijke bronnen. Veel zit er ook nog in het geheugen van mensen.
Daarom deze oproep:
1. Beschikt u over, liefst controleerbare, informatie over joods leven in Heerlen en met
name over dat voor, tijdens en na Wereldoorlog ll
2. Wilt u dat kort opschrijven?
3. Wilt u in een gesprek met een van ons die informatie doorgeven?
4. Hebt u suggesties omtrent personen of bronnen die wij zouden kunnen raadplegen.
Voor het plaatsen van de gedenktekens en het doen van historisch onderzoek is een stichting
opgericht: Stichting Lodewijk Foijer.
De heemkunde vereniging Heerlen Stad helpt bij het historisch onderzoek.
De volgende personen zullen graag kennis nemen van uw reactie op deze vragen.
Jan Bardoul, voorzitter Heemkundevereniging Heerlen Stad.
Tel.045 5740213
Petra de Wolf- Visschers secretaris Stichting Lodewijk Foijer
Tel.045 5600730
Hallo! Misschien is dat een open deur, maar ik beveel u aan het boek »Het Verborgen Front – Geschiedenis van de georganiseerde illegaliteit in de provincie Limburg tijdens de Tweede Wereldoorlog« door A.P.M. Cammaert. – Leeuwarden [etc.] Eisma. – III. -
(Maaslandse monografieën nr.55)
Ook verschenen als proefschrift. – Met lit. opg., reg. -
Met samenvatting in het Engels.
ISBN 90-74252-19-2 geb.
Omdat dit niet meer verkrijgbaar is, heb ik het op mijn Website staan, maar zonder deze URL bekend te maken. Zie verder ook het verhaal van Lex Israels, die als Jan Langeveld door mijn vader een nieuwe identiteit heeft gekregen en in Heerlen de oorlog heeft doorgebracht: http://www.aachen-webdesign.de/verzet/verzetsartikel.php?lang=nl#JanLangeveld
Mijn vader was rayonleider van de LO in Valkenburg en heeft als zodanig eng met Giel Berix samengewerkt, die enige tijd bij ons ondergedoken is geweest. Er staat nog een aantal andere verhalen over het verzet op mijn site, maar het merendeel gaat over Valkenburg. Schrijnend is vooral het verhaal over het echtpaar Soesmann, zie Aasgieren na de tweede wereldoorlog
Hallo,
Mijn vader was Joods, mijn ouders hadden een dameshoedenwinkel “Walina” in de Stationsstraat op nr. 8. Mijn vader en broer, die voor de oorlog is geboren, hebben de oorlog overleeft. Mijn zus is in de oorlog geboren en ik erna. In 1969 hebben zij de winkel opgeheven en zijn wij allen naar Zeeland verhuist.
Met vriendelijke groet, Patty Walvis, Middelburg.
Patty,
Is jou of jouw familie iets bekend over Gerda Lucas, getrouwd met Max Lucas, die op het Hesselleplein een borduurpatronen atelier runde?
Ik zou graag meer weten over met name Gerda die begraven is op het Joodse deel van begraafplaats Akerstraat.
Deel uiteraard ook graag mijn kennis met jou.
Vrgr.,
Ben Schut
Dag Ben,
Volgens het Zakenadresboek Heerlen 1949 had Erna Lucas-Kosterlitz een confectieatelier aan de Kruisstraat nrs 48-50 in Heerlen. Ten tijde van de dood van haar echtgenoot was zij nog steeds in Heerlen woonachtig
Direct na de oorlog is Max Lucas begonnen in tweedehandskleren.Hij ging die halen in het kerkje aan de Klompstraat.(in beslag genomen goederen van de NSB). Daarna is hij begonnen een naaiatelier in de Ambachtsstraat (oneven kant). De zaken gingen goed. Daarna huis Burg. de Hesselleplein 25 gekocht en een stuk grond op het binnenterrein (zuidzijden Hesselleplein)
Op dit terrein bouwt hij een groot naaiatelier.
Zijn vrouw Erna ontwerp patronen voor boorduurwerken in dit atelier. Max is van hier uit begraven en gebracht naar de Akerstraat.
erna heeft nog lang gewoond in de Euterpelaan.
Hi. Mijn ouders Max en Erna Lucas zijn vanuit hun onderduik na de oorlog in Heerlen aangekomen. Zij hebben een confectie fabriek opgebouwd ,eerst in de Ambachtsstraat 14, waar zij woonden. Daarna een klein atelier aan de overkant in een garage,en daarna in een oud houten pand op Hesselleplein onder de poort waar zij uiteindelijk een nieuwe fabriek hebben gebouwd. Het merk “Erna Lucas” was bekend in de Benelux landen. Erna was de ontwerpster voor borduur kleden en kinderkleding en zij was verantwoordelijk voor de productie. Max was het financiele management. Zij hebben ook op Ambachtstr 19 gewoond en Hesselleplein 25. Beide zijn op de Joodse begraafplaats in Heerlen begraven.
Patty,
Bedankt voor je informatie.Natuurlijk was de zaak van je ouders, Walina in de Stationstraat in Heerlen, bekend.
Wat je wellicht niet weet is dat een broer van je vader met zijn gezin korte tijd bij jullie heeft gelogeerd, nadat zij geweigerd hadden zich in kamp Westerbork te melden. Uiteindelijk vonden zij, man vrouw en twee volwassen kinderen, een onderduikadres in Hoensbroek waar zij tot aan de bevrijding gastvrijheid hebben genoten.
Rond 1990 deed ik onderzoek naar de Joodse Gemeente Heerlen. Daarbij bleek mij waar de eerste, tweede en derde Joodse begraafplaats en de eerste en tweede Heerlense synagoge lagen/stonden, alsmede over meer wetenswaardigheden. Mijn onderzoek publiceerde ik in de bundel ‘De Joodse Gemeente Heerlen’.
Ik ben bereid de door mij verzamelde gegevens te bespreken met dhr. Bardoul of mw. De Wolf.
Onlangs deed ik het gemeentebestuur van Landgraaf het verzoek om mee te werken aan het plaatsen van drie stolpersteine, maar de gemeente wil dit onderwerp ‘over de zomer heen tillen’ (lees: heeft nauwelijks interesse in mijn verzoek).
H. Steinen