Op het eerste gezicht is Heerlen een moderne stad. Er staan weinig historische gebouwen Toch gaat het verleden van Heerlen terug tot de Romeinse tijd. Er valt dus heel wat te vertellen over de geschiedenis van Heerlen, waarbij de eerlijkheid gebied te zeggen dat Heerlen waarschijnlijk niet permanent bewoond is geweest vanaf de Romeinse tijd.
Het uiterlijk van Heerlen wordt onder andere bepaald door het feit dat onze stad tot voor ongeveer een eeuw slechts een dorp was. Door de mijnindustrie is Heerlen in enkele decaden gegroeid van dorp tot stad. Op 1-1-1900 woonde er 6325 personen in Heerlen. In 1910 was het inwonertal al verdubbeld tot rond 10000. Om deze snel toenemende bevolking te huisvesten is in die tijd veel gebouwd maar ook veel afgebroken. Pas in de zeventiger jaren van de vorige eeuw is men zich echt bewust geworden van het erfgoed, ofwel de gebouwen die deze expansie hebben overleefd.
Heerlen was dan wel een dorp, toch had de plaats steedse neigingen. Steeds betekent de eigenaardigheden van de stad vertonend. Het was een deftig dorp dat een streekfunctie vervulde bij het bestuur en de rechtspraak (De Keurkeulse mankamer, het kantongerecht). Dat de Heerlenaren zich waarschijnlijk ook wel als deftig of belangrijk beschouwden, blijkt uit de naam die de Heerlenaren in de carnavalstijd hebben gekozen. De “Winkbulle” of in deftig Nederlands de windbuilen. Wat de mening in de omliggende dorpen betreft liep de Heerlenaar met de neus in de wind.
De geschiedenis van Heerlen maar ook van Limburg is niet zo gemakkelijk te vertellen. Bestuurlijk was de streek een lappendeken van kleinere heerlijkheden. Een vruchtbaar gebied dat ook wel strategisch lag voor de handel en in de middeleeuwen nog aanleiding (tot) gaf tot (o)twee veldslagen: de slag bij Woeringen in 1288 en in 1371 de slag bij Baesweiler. Hiermee werd bepaald dat Limburg en dus ook Heerlen deel van het Hertogdom Brabant werd. Daarna krijgen we een wisseling van heren via Brabant naar de Bourgondiers. Het huis van Bourgondie werd later Habsburgs. De Habsburgers regeerden in Oostenrijk maar een tak van dit geslacht heerste ook over Spanje en zo werd Heerlen Spaans. Na de bekende tachtigjarige oorlog werd Limburg met het partagecontract (1673) verdeeld in een Staats en een Spaans deel. Heerlen was Staats en werd vanuit Den Haag (de republiek) bestuurd. Omliggende gebieden (Schaesberg en Hoensbroek) bleven Spaans en gingen later over naar Oostenrijk. Pas met de komst van de Fransen en onder het Napoleontische bewind werd Limburg een eenheid.
Deze aparte geschiedenis heeft ook gemaakt dat het altijd een gebied is geweest dat vrij op zich zelf is gericht maar wel contacten had met steden als Aken, Luik of Brussel. Omdat het een vruchtbare streek is, kon men qua voeding in eigen behoefte voorzien. Voor diensten die in Heerlen niet werden aangeboden toog men naar Aken of Luik. Ook toen Limburg en Heerlen in 1813 een deel van het koninkrijk Nederland werden, betekende dat nog niet dat men naar het Noorden was gericht. Door de hier gesproken, voelde men zich meer verwant met de Duitse of Vlaamse/Waalse buren. Tot medio negentiende eeuw werd er in Heerlen in plaats van de Nederlandse gulden met marken of franken betaald. Aan dit isolement (niet in de negatieve zin) droeg ook bij dat de verbindingen met de rest van Nederland tot het midden van de negentiende eeuw slecht waren. Limburg kent en kende zo goed als geen waterwegen en de landwegen waren slecht begaanbaar vooral in de winter of in de regentijd. Verandering kwam door de mijnindustrie die het opheffen van dit isolement noodzakelijk maakte, omdat arbeidskracht moest worden aangetrokken en de kolen moesten worden afgevoerd. In 1896 werd Heerlen met een spoorweg met de rest van Nederland verbonden.
U ziet hoe rijk de geschiedenis van Heerlen is. Toch richt zich het onderzoek van de vereniging meer op de achttiende, negentiende en twintigste eeuw. Dit “recente” verleden sluit ook meer aan op onze eigen leefomgeving en op de stad Heerlen zoals die nu is. Van deze tijd zijn ook de meeste sporen te vinden in geschriften, foto’s of ooggetuigenverklaringen. En juist het vastleggen van de geschiedenis van personen, gebouwen of feiten van deze tijd is voor de amateuronderzoekers goed te realiseren. Het is ook interessant om te zien hoe Heerlen van een deftig dorp in een razend tempo in een drukke industriestad veranderde.
De expansie van de stad is ook goed te zien in de verschillende kaarten van de plaats Heerlen. De Tranchotkaart, de gemeenteatlas uit 1869 en de plattegronden van begin 20e eeuw. Bijgaand treft u de geschiedenis van Heerlen in kaarten aan.